Omzet en resultaat steunen vooral op oude producten, klanten of markten. Producten, markten, afzetkanalen en klanten worden niet of nauwelijks vernieuwd of aangevuld.
Omzetgroei wordt niet (meer) gerealiseerd, wellicht is er een dalende lijn. Resultaten blijven met kostenverlagingen amper op peil.
Er is sprake van een hardnekkige overcapaciteit, d.w.z. structurele onderbenutting van beschikbare capaciteit.
Er wordt veel tijd besteed aan het oplossen van steeds terugkerende problemen.
Uw organisatie wordt beheerst door het oplossen van problemen en komt niet toe aan het benutten van kansen.
Klanten worden vaak te laat, onvolledig of onjuist beleverd. Dit wordt opgelost met (veel) extra inspanning en daarmee zichtbare, maar ook veel onzichtbare (faal)kosten.
Er is weinig aandacht voor de verbetering van producten, diensten of de behoeften van uw klant.
Uw leveranciers bellen vaker voor onbetaalde rekeningen dan voor nieuwe orders.
Klanten krijgen steeds meer korting voor versnelde betaling of voor vooruitbetalingen.
De gesprekken met de bank zijn niet gericht op nieuwe plannen, maar worden beheerst door zorgen over nakoming verplichtingen en het bieden van zekerheden.
Cijfers vallen (weer) tegen, waardoor het deponeren van jaarcijfers wordt uitgesteld.
Er is veel discussie over teleurstellende resultaten, maar er ontstaat geen gemeenschappelijke visie over de oorzaken en over een aanpak om te komen tot blijvende verbeteringen.
Er wordt veel gesproken over veranderingen, maar er wordt weinig of niet (gezamenlijk) gewerkt aan concrete veranderingen.
De organisatie wordt bewust of onbewust beperkt geïnformeerd over de ontwikkelingen van het bedrijf; successen worden niet meer met elkaar gedeeld en gevierd.